Op 8 december 1930 werd het LVSV opgericht tegen de achtergrond van de 'vernederlandsing' van de Gentse Universiteit. Directe aanleiding was een voortwoekerende franskiljonse burgerij die toentertijd de liberale rangen vulde en aan de Gentse Universiteit vertegenwoordigd werd in de 'Gé Libérale' (het Franstalige Société Générale des Etudiants Libéraux). Een eerste generatie waaronder Norbert Duponcheel, Max Cosyns, Frans Verstichelen en Jan Carre bouwden het LVSV op stevige basis uit vanuit de overtuiging dat het liberale ideeëngoed in Vlaanderen slechts mogelijk was als dit niet langer geïncarneerd en gepropageerd werd door de Franstalige burgerij.

Het enthousiasme en de dynamiek van het LVSV sloeg aan bij de studentenpopulatie en algauw werd binnen de 'Federatie der Liberale Studenten van België' de 'Gé Libérale' in het defensief gedrongen. Het LVSV werd in de strijd voor Vlaamse bewustwording gedragen door figuren zoals graaf Maurice Lippens (toenmalig liberaal minister van openbaar onderwijs), professor Van Werveke, professor Ganshof en een vlug groeiend ledenaantal.

Reeds in 1932 zocht het LVSV aansluiting bij het 'Liberaal Vlaams Verbond' en halverwege de jaren '30 voltrok zich een nieuwe bewustwording binnen het LVSV, dat ondertussen tot volle bloei gekomen was. De dreiging van oprukkend fascisme en communisme vertaalde zich in Gentse studentenkringen in strijd tegen communisten uit het vrijzinnig en taalminnend genootschap ' 't Zal Wel Gaan' en het VNV. Voorop in deze strijd liepen Frans De Hondt, Albert Maertens en Albert Claes. Deze laatste lag aan de basis van het tijdschrift Neohumanisme dat vanaf 1936 zou verschijnen en de verwoording van een antidictatoriale, sociaal-democratische en humanistische levensvisie, getuige hiervan het ondertussen legendarisch geworden manifest 'Slaet opten trommele' dat afgedrukt werd in het eerste nummer. In datzelfde jaar werd tevens het LVSV-Brussel opgericht.

In deze beginjaren, waar de 'Vlaamse strijd' en de 'liberale strijd' van het LVSV een grote aantrekkingskracht hadden op talrijke studenten en de vereniging zich inhoudelijk versterkte, kwamen twee doelstellingen van het LVSV naar voor die nog steeds actueel zijn. Naast het ontvankelijk maken van de geest voor de ideologie van het liberalisme staat het LVSV borg voor een 'school' van politieke en filosofische opleiding waar verschillende generaties intelligentsia gevormd werden. Tijdens WO II werd aan de antifascistische houding van het LVSV duidelijk gestalte gegeven. Een clandestien blad 'Den kleinen Belg' werd opgestart, en heel wat LVSV'ers vervoegden het verzet, zoals oud-voorzitter Frans De Hondt die er het leven gelaten heeft.

Door het bestaan van het Neohumanisme - dat naast de strijd tegen de dictatuur en voor de vrijheid nu ook meer aandacht begon te besteden aan de uitbouw van de liberale doctrine in het algemeen, het Vlaamse gedachtegoed en het Europese integratiestreven - en mede onder impuls van de pas opgerichte Oud-ledenbond komt de werking van het LVSV vlug opnieuw tot volle kracht. Ook in Antwerpen was ondertussen een LVSV-afdeling van start gegaan. Een nieuwe bloeiperiode van het LVSV werd gedragen door personaliteiten zoals Willy De Clercq, Piet van Brabant, Leon De Meyer, Adriaan Verhulst en vele anderen. In het naoorlogse politiek roerig landschap werd naast de aandacht voor brandend actuele onderwerpen zoals de koningskwestie en de schoolstrijd ook aandacht besteed aan economische onderwerpen, politiek doctrine en levensbeschouwelijke aspecten, dit alles met bruisende activiteiten onderbouwd. De vrijzinnigheid werd toen hoog in het vaandel gedragen maar zou in latere generaties onderhevig zijn aan golfbewegingen. De overgang naar de jaren '60 gaat verder op hetzelfde elan maar de politieke apathie steekt langzaam maar zeker de kop op. Een nieuw tijdschrift onder de benaming 'Kruimels' ziet in 1960 het levenslicht en komt scherp, humoristisch en satirisch uit de hoek, steekt het meer 'serieuze' Neohumanisme naar de kroon en typeert een veranderende tijdsgeest. Neohumanisme zou met zijn ernstige karakter en academisch filosofische ondertoon pas in 1963, onder impuls van hoofdredacteur Jan Van Beneden en de Oud-ledenbond opnieuw de bovenhand halen maar tot op heden, zij het met wisselend succes, blijven bestaan.

Desinteresse voor politiek georiënteerde studentenverenigingen en de opkomst van het zogenaamde studentensyndicalisme typeren de werking van het LVSV in deze periode. De studentenproblematiek en het leven binnen de eigen campus komen centraal te staan. De fuiven volgen elkaar op en de belangstelling voor het politiek bedrijf neemt af. Dit is trouwens een algemene malaise die ook andere studentenverenigingen zoals ' 't Zal Wel Gaan' en het 'Katholiek Hoog Studenten Verbond' aantast. Geteisterd door bloedarmoede en met de meidagen van '68 op komst viel de werking van het LVSV, ondanks een kleine kern rond Luc Coolsaet, die een nietpartijgebonden radicale koers bleef volgen trouw aan een Vlaams-liberale ideologie, volledig stil.

Begin de jaren '70 staat echter een jonge generatie op die het LVSV nieuw leven zou inblazen. Er ontwikkelt zich een kern rond Guy Verhofstadt en broer Dirk, Daniël Peeters, Yannick De Clercq, Rudy Van Quaquebeke en anderen die het liberalisme in Vlaanderen grondig zou vernieuwen en radicaliseren en een diepere ideologische onderbouw zou verschaffen. De periodieken worden opnieuw verzorgd en debatten over brandend actuele onderwerpen en levensbeschouwelijke thema's, zoals abortus en numerus clausus, worden niet geschuwd en lokken veel volk. Het LVSV wordt de sterkste vereniging binnen het Gentse studentenmilieu en telt nu ook afdelingen in Brussel, Antwerpen en Leuven en profileert zich op woelige PVV-congressen waar het centrum-liberalisme wordt aangevallen. De machtsovername op het ideologische congres van de PVV te Kortrijk in 1979 was duidelijk het werk van een jonge generatie die gevormd werd binnen LVSV-rangen. Het 'Radicaal Manifest' liet niet veel twijfel bestaan, de liberale waarden vrijheid en verantwoordelijkheid, sociale basisgelijkheid en pluralisme werden afgestoft en geradicaliseerd en hebben tot op vandaag nog niets aan actualiteitswaarde ingeboet.

Gedurende de jaren '80 en '90 heeft het LVSV zich verder gekenmerkt door een voortdurend zoeken naar ideologische profilering en vernieuwing met mensen zoals Erwin Devriendt, Marc De Vos, Pascal Geerkens en vele anderen, steeds met het Neohumanisme als uithangbord. Toen begin de jaren '90 de PVV verruimde tot de VLD werd de gehele operatie met argusogen gevolgd en ondersteund door het LVSV, maar niet altijd, of wat dacht U, kritiekloos gelaten. In onze huidige complexe maatschappijvorm spitst het LVSV zich niet uitsluitend toe op 1 van de hoofdletters van zijn naam, maar komen zowel het liberale gedachtegoed, het Vlaams bewustzijn, het studentikoze en de studentenproblematiek in het algemeen aan bod, uiteraard binnen een evolutief proces waaraan de maatschappij als dusdanig onderhevig is. Tot op vandaag is het LVSV de waakhond gebleven van de partij en moet het de liberale beweging ideologische impulsen geven, steeds blijk gevend van een onbevangen geest en een gezonde zelfkritische houding, een debatcultuur met studentikoziteit verzoenend.

 

Oud-voorzitters

1930-1931 Max Cosijns

1931-1932 Jan Carre

1932-1933 Jan Carre

1933-1934 Jan Carre

1934-1935 Frans De Hondt

1935-1936 Frans De Hondt

1936-1937 Frans De Hondt

1937-1938 Albert Claes

1938-1939 Albert Maertens

1939-1940 Adelin Dewael

1940-1941 Jacques Verhé

1941-1942 /

1942-1943 /

1943-1944 /

1944-1945 Hubert Verjans

1945-1946 Hubert Verjans

1946-1947 Paul Janssens

1947-1948 Firmin Vansteenhuyse

1948-1949 Julien Revis

1949-1950 Leon De Meyer

1950-1951 Willy De Clercq & Gilbert Froment

1951-1952 Eric De Valkenaere

1952-1953 Gilbert Froment

1953-1954 Herman De Backer

1954-1955 Piet Ven Brabant

1955-1956 Georges Mannekens

1956-1957 Robert Crommar & Luc d'Haene

1957-1958 Jef Vandenbossche

1958-1959 Willem Van Ganse

1959-1960 Gustaaf Van den Bossche & Willem Van Ganse

1960-1961 Gust Ghyssen  

1961-1962 Hubert Moriau

1962-1963 Roland Corluy

1963-1964 Fred Prelis

1964-1965 Eric Stassyns

1965-1966 Werther Van Der Sarren

1966-1967 Jan Van Beneden

1967-1968 Kamiel De Trog

1968-1969 Luc Coolsaet

1969-1970 Augule De Smet

1970-1971 Augule De Smet

1971-1972 /

1972-1973 Guy Verhofstadt

1973-1974 Daniël Peeters

1974-1975 Guy Verhofstadt

1975-1976 Rudi van Quaquebeke

1976-1977 Frank Wijnakker

1977-1978 Ivan Verspeelt

1978-1979 Sas van Rouveroij

1979-1980 Claire Tillekaerts

1980-1981 Geert Machenil

1981-1982 Christophe Snoeck

1982-1983 Patrick Van den Bossche & Filip Soete

1983-1984 Filip Soete

1984-1985 Erwin Devriendt

1985-1986 Erwin Devriendt

1986-1987 Joris Lagrou

1987-1988 Alain Bodart

1988-1989 Luc Demeulemeester

1989-1990 Lodewijk Cornelis

1990-1991 Lodewijk Cornelis

1991-1992 Marc De Vos

 

1992-1993 Ann De Backer

1993-1994 Pascal Geerkens

1994-1995 Pascal Geerkens

1995-1996 Wim Duran

1996-1997 Joeri Note

1997-1998 Stefaan Noreilde

1998-1999 Stefaan Noreilde

1999-2000 Bart Ameye

2000-2001 Pieter Van Den Broeck

2001-2002 Steven Keirse

2002-2003 Mathias De Clercq

2003-2004 Mathias De Clercq

2004-2005 Wim Aerts

2005-2006 Wim Aerts

2006-2007 Dries Holvoet

2007-2008 Patrice Viaene

2008-2009 Patrice Viaene

2009-2010 Wim-Alexander Vetters

2010-2011 Thibault Viaene

2011-2012 Lawrence Vanhove

2012-2013 Lawrence Vanhove

2013-2014 Dimitri Sonck 

2014-2015 Niek Van Kerckvoorde

2015-2016 Thomas Buyse

2016-2017 Sander Casier

2017-2018 Mats Cuvelier

2018-2019 Bas De Haes & Andreas Van Paemel

2019-2020 Andreas Van Paemel

2020-2021 Andreas Van Paemel

2021-2022 Lars Bevernaegie

2022-2023 Michelle Keirsmaekers

2023-2024 Michelle Keirsmaekers